Het Opvoedcafé biedt ondersteuning aan ouders en (professionele) opvoeders. Je kan altijd even binnenlopen, bellen of mailen voor een eerste afspraak. Tijdens deze afspraak brengen we in kaart welke zorg er nodig is. Mocht het om een enkele ondersteuningsvraag gaan dan bieden soms enkele gesprekken al voldoende uitkomst om mee verder te kunnen. Tevens kun je bij ons terecht voor meervoudige hulpvragen met betrekking tot opvoeding. Wij werken nauw samen met onze afdeling Autstekend en hebben dan ook de nodige kennis en ervaring met Autisme en/of AD(H)D. Wij bieden kortdurende of langdurende opvoedondersteuning aan de hand van de Triple P- methodiek (Positief Pedagogisch Programma). De gesprekken vinden plaats bij ons op locatie of we komen thuis bij je langs.
Wil je meer weten over Kop-Zorg Opvoedcafé? Neem dan contact met ons op!
Bel naar: 072 - 844 09 10 of mail naar: info@kop-zorg.nl
Eén van de eerste uitdagingen is je pasgeboren baby te helpen bij het ontwikkelen van een slaapritme. Vanaf de eerste dag kun je dingen doen die het voor je baby makkelijk maken om in te slapen en een goed slaappatroon te ontwikkelen. Elke baby wordt ’s nachts een paar keer wakker. Belangrijk is dan ook dat je baby leert om zelf weer in slaap te vallen als dat gebeurt. In de eerste drie maanden heeft je baby een onregelmatig slaappatroon met veel korte slaapjes, verdeeld over de dag en de nacht. Baby’s die borstvoeding krijgen hebben vaker behoefte aan voeding dan baby’s met flesvoeding en worden vaak om de twee uur wakker. Tussen de drie en zes maanden ontwikkelt je baby meer regelmaat in het slaappatroon. Hij/zij slaapt langer en blijft tussendoor langer wakker. De slaap is dieper en je baby is moeilijker wakker te maken. Wanneer je baby ouder dan 6 maanden is, is hij/zij meestal drie tot vier uur wakker gedurende de dag. Rond de 9 maanden proberen ze zelfs als ze moe zijn wakker te blijven. Nieuwe dingen leren, zoals gaan kruipen, kan effect hebben op het slaapritme.
-Zorg dat de babykamer een prettige slaapplek is: goed geventileerd, met een constante temperatuur en rookvrij. Maak de wieg ‘kort’ op en leg je baby met de voetjes vlak bij de onderkant van de wieg, zodat hij/zij zich niet onder het beddengoed kan wriemelen.
-Werk aan een regelmatig slaappatroon, zoals slapen - wakker zijn - gevoed worden - spelen - slapen enz. Probeer te voorkomen dat je baby in slaap valt vlak voor de voedingstijd of als de luier nog verschoond moet worden. Als je eenmaal een ritme hebt ontwikkeld, houd dan die regelmaat vast en vermijd dat vaste slaaptijden worden verstoord.
-Ontwikkel een vast ritueel voor het slapen gaan. Doe vooraf rustige dingen die weinig prikkels geven. Leg je baby in de wieg, doe het licht uit en praat op zachte toon. Zeg welterusten en ga de kamer uit voordat je baby in slaap valt. Als je eenmaal een bepaald ritueel hebt, doe het dan elke avond op dezelfde manier.
-Leg je baby wakker in bed. Het is belangrijk dat hij/zij leert in slaap te vallen zonder jouw hulp. Als je baby in slaap valt tijdens het voeden, stop dan met de voeding en leg hem/haar zonder wakker te maken in bed. Probeer de volgende keer voeding en in slaap vallen te scheiden door bijvoorbeeld eerder te voeden.
-Wacht en luister als je baby wakker wordt. Meteen gaan kijken kan je baby eerder wakker maken in plaats van dat hij/zij weer tot rust komt. Probeer wel te reageren voordat je baby overstuur raakt.
-Na drie tot zes maanden is het normaal gesproken niet langer nodig je baby ’s nachts te voeden. Je kunt nu besluiten om hier mee te stoppen. De eerste maanden heeft je baby misschien hulp nodig om hieraan te wennen en zal ’s nachts wakker worden. Het kan kalmerend zijn om hem/haar zachtjes te strelen of op het ruggetje te kloppen. Zuigen op een fopspeen kan je baby ook helpen om tot rust te komen.
1: Sinds de opmars van de computer hebben ouders er een nieuw ‘opvoedterrein’ bij. Kinderen hebben niet alleen een leven op school, bij vrienden of bij een club, maar ook op het internet. Ze kunnen op internet veel informatie vinden voor bijvoorbeeld een spreekbeurt. Daarnaast kunnen ze er gamen, vrienden ontmoeten en lekker met elkaar kletsen. Ze doen dit dan ook veelvuldig. Van alle kinderen zit 90% regelmatig op het internet. Omdat internet een afspiegeling is van het gewone leven, kunnen ze er ook lastig gevallen worden, op pornografisch materiaal stuiten of gepest worden. In het echte leven zijn er net als op internet plaatsen waar ze niet moeten komen of personen die ze niet moeten ontmoeten. Over het algemeen kennen kinderen de mogelijkheden van de computer beter dan hun ouders. Ze beschikken echter nog niet over de levenservaring die je als ouder wel hebt. Ze kunnen de gevolgen van hun handelen niet altijd overzien en hebben jou als ouder nodig om veilig te internetten. Als ouder heb je wel enige digitale basiskennis nodig om je kind goed te kunnen begeleiden. Meer informatie hierover is te vinden op www.mijnkindonline.nl. Hier vind je ook informatie over mogelijkheden om je computer te beveiligen.
Tips van Kop-Zorg
-Praat met je kind over wat hij/zij allemaal tegenkomt op het internet. Het wordt op deze manier een gewoonte om belevenissen en informatie te delen met elkaar. Dit kan van groot belang zijn als je kind iets meemaakt op het internet waarvan hij/zij geschrokken is.
-Leer je kind hoe hij/zij veilig kan internetten. Zo is het belangrijk dat: Je kind geen persoonlijke informatie achter laat op het net. Denk hierbij aan naam, adres, geboortedatum, woonplaats, naam van de school, namen van broers en zussen enz.
* Je kind een nickname (nep naam) gebruikt. Bedenk er samen één die geschikt is.
* Je kind nooit mailtjes van onbekenden opent. Dit in verband met het binnen halen van virussen.
* Je kind zich nooit ergens aanmeldt zonder jouw toestemming. Ook niet tijdens een spelletje of voor cadeaus en/of spaarpunten. Als je kind zich aanmeldt bij een site met commerciële doeleinden dan loop je het risico veel spam te ontvangen.
-Maak voor het gebruik van de computer duidelijke afspraken en stel regels op. Leg uit dat die regels bedoeld zijn om kinderen te beschermen. Vertel ook dat ze geen straf krijgen als het per ongeluk toch gebeurt dat ze sites zien die alleen voor volwassenen bedoeld zijn. Als hier een straf voor is dan zullen ze eventueel ‘schokkende beelden’ niet meer met jou bespreken. Vertel dat regels die in het gewone leven gelden ook op het internet gelden. Bijvoorbeeld; geen grof taalgebruik of pestgedrag.
-Kinderen vinden het vaak moeilijk om uit zichzelf maat te houden in computergebruik. Voor de ontwikkeling van kinderen is het belangrijk dat ze van alles ondernemen en niet alleen achter de computer zitten. Daarbij kunnen kinderen overgewicht ontwikkelen of last krijgen van RSI als ze te veel computeren. Zorg daarom dat je kind niet te lang achter elkaar achter de computer zit (maximaal 45 minuten) en dat tegenover een uur stil zitten achter de computer een uur beweging staat.
-Blijf in de buurt als je kind vrij gaat surfen op het internet. Zorg dus dat de computer op een plek staat waar je zicht op hebt. Zo heb je de mogelijkheid om na te gaan “waar”en “met wie”je kind omgaat en weet je of je kind zich aan de afspraken en regels houdt. Geef een complimentje als je kind zich aan de regels en afspraken houdt. Pas een logische consequentie toe als je kind zich niet aan de afspraken en regels houdt.
-Vanaf zijn negende jaar kun je je kind langzaam meer ruimte gaan geven op het internet. Het is belangrijk dat kinderen steeds meer vrijheid krijgen waarin ze kunnen laten zien dat ze de verantwoordelijkheid om zelfstandig te internetten aan kunnen. Hieraan voorafgaand is immers al een hele periode van regels en afspraken geweest waarin je kind heeft kunnen leren hoe hij/zij op een goede manier om kan gaan met de computer. Dit betekent niet dat je het helemaal kunt loslaten. Het wordt steeds meer een kwestie van ‘op de hoogte blijven’ van alles dat je kind meemaakt op het web. In gesprek blijven hierover is het allerbelangrijkste.
2:
Pesten komt veel voor onder kinderen in de basisschoolleeftijd. Ongeveer één op de vijf kinderen wordt minstens een keer per week gepest. Pesten kan zich afspelen in het zicht van andere kinderen, maar wordt meestal verborgen gehouden voor volwassenen. Het kan voor kinderen een hele traumatische ervaring zijn en het zelfbeeld en de houding tegenover school aantasten.
Bepaalde signalen kunnen er op wijzen dat je kind gepest wordt:
-Verlegen gedrag naar andere kinderen
-Moeite hebben om zichzelf te uiten
-Negatief zelfbeeld of zichzelf kleineren
-Van streek lijken, angstig of verdrietig zijn
-Weigeren om bijvoorbeeld naar school of een sportclub te gaan
-Achteruitgang van de leerprestaties
-Isolement, zoals niemand hebben om mee te spelen tijdens de pauzes
3:
-Negeer pesten nooit en laat het aanpakken van een pestkop niet aan je kind over. Vertel je kind wat je er aan gaat doen. Praat met mensen die de leiding hebben op de plek waar het pesten zich voordoet.
-Als je weet of vermoedt dat je kind wordt gepest, moedig hem/haar dan aan om precies te beschrijven wat er is gebeurd. Probeer er achter te komen of het al eerder is gebeurd en zo ja hoe vaak. Vraag wat je kind daarna deed en dring aan op precieze details. De situatie naspelen kan ook nuttig zijn.
-Blijf rustig. Als je heftig reageert en dreigt de ouders van de pestkop of de school te bellen, kan je kind gaan smeken om niets te zeggen of besluiten in het vervolg zijn/haar mond te houden. Neem niet als vanzelfsprekend aan dat de pestkop overal de schuld van is. Misschien heeft je kind hem of haar geplaagd of uitgedaagd.
-Zet alle feiten op een rijtje en zeg tegen je kind dat het pesten een probleem is en dat jullie samen aan een oplossing gaan werken.
-De meeste kinderen zoeken de oorzaak van het pesten in het karakter van de pestkop. Leg uit dat er verschillende redenen voor pesten kunnen zijn. Bijvoorbeeld omdat de pestkop zelf weinig vrienden heeft.
Energiedrankjes zijn populair onder jongeren. Red Bull, Buirn, Monster en Bullit zijn frisdranken met veel calorieën door de aanwezige suikers. Als voorbeeld: in een flesje AA drank van 330 ml zitten 14 Suikerklontjes (en 263 Kcal), in een flesje Extran Energy van 330 ml zitten 10 suikerklontjes (en 200 Kcal). Deze energiedrankjes geven een kortstondig oppeppend effect door de stoffen cafeïne, taurine en glucurono-lacton. Je kind krijgt er tijdelijk een boost van, waardoor het meer dan normaal zou doen of langer wakker blijft, waardoor het de volgende dag moe is en een grotere kans heeft opnieuw een energiedrankje te nemen. Door het hoge suikergehalte zijn de energiedrankjes ongeschikt als sportdrank. Het vertraagt de vochtopname in de darmen. Hierdoor kan het lichaam uitdrogen. Het is goed om te weten dat het gebruik van energiedrankjes in combinatie met alcohol risico’s met zich meebrengt. Hierbij kan je denken aan vertraagde reactiesnelheid en je voelt je beter dan je lichaam in werkelijkheid is.
Tips van Kop-Zorg
Tip 1:
Praat met je kind over het gebruik van energiedrankjes en de gezondheidsrisico’s.
Tip 2:
Laat je kind onder de leeftijd van 13 jaar geen energiedrankjes drinken.
Tip 3:
Laat je kind in de leeftijd van 13 tot 18 jaar maximaal 1 blikje energiedrank drinken per dag.
Tip 4:
Maak afspraken met je kind hoe vaak in de week hij/zij een blikje energiedrank mag.
Tip 5:
Wanneer je kind energiedrankjes drinkt, adviseer hem/haar ook voldoende water te drinken om uitdroging van het lichaam te voorkomen. Zeker bij warm weer, extreme inspanning of in combinatie van alcohol.
Tip 6:
Probeer ervoor te zorgen dat je kind na het avondeten geen energiedrankjes meer drinkt, want dit kan het slaapritme verstoren.
Tip 7:
Help je kind bij het leren omgaan met sociale druk van vrienden, door hierover te praten.
Als ouder kun je je puber stimuleren om een gezond gewicht te behouden of te krijgen. Een gezond gewicht is belangrijk voor je gehele gezondheid. Maar draagt ook bij aan een positief beeld over jezelf en het kan je zelfvertrouwen vergroten. Belangrijk voor je puber!
Hoe weet je of jouw puber een gezond gewicht heeft? En hoeveel energie hij of zij nodig heeft? Door te eten krijgt je puber energie om te leren en te bewegen. Je puber zal een gezond gewicht hebben als de hoeveelheid eten en bewegen in balans is. Op de site van het Voedingscentrum kun je hier meer over lezen.
Tips van Kop-Zorg
Tip 1
Geef als ouder het goede voorbeeld! Doe mee met je puber: eet gezond en ga (samen) sporten. Geef je puber een compliment als hij of zij zich aan de afspraken over eten houdt. Dit stimuleert hem of haar om gezond eetgedrag vol te houden.
Tip 2
In frisdranken of energydranken zit veel suiker. Dit vergroot de kans op overgewicht. Beperk de zoete dranken tot 1 glas of blikje per dag. Beter is om thee of water te drinken.
Tip 3
Het is verleidelijk voor je puber om wat te kopen in de schoolkantine of supermarkt in de buurt. Dit zijn vaak lekkere, maar ongezonde dingen. Geef je puber tussendoortjes en een lunch mee naar school. Zorg voor afwisseling of laat hem of haar zelf zijn lunchpakket samenstellen.
Tip 4
Je puber zal niet alleen gezonde producten willen eten. Kies samen één of twee momenten per week uit om bijvoorbeeld chips te eten.
Tip 5
Kies bij het boodschappen doen voor gezonde producten. Haal zo min mogelijk snoep en chips in huis. Hiermee stimuleer je je puber om gezond te eten en een gezond gewicht te behouden of te ontwikkelen.
Tip 6
Ga in gesprek met je puber over wat een gezond gewicht is en de voordelen hiervan zijn. Geef ook aan wat de gevolgen kunnen zijn als je te veel en ongezond eet. Je puber kan bijvoorbeeld veel jeugdpuistjes krijgen. Maar er is ook een vergrote kans op het krijgen van ernstige ziekten.
Tip 7
Motiveer je puber om te sporten of zich aan te melden bij een sportvereniging. Bewegen is belangrijk voor een goede spijsvertering. Na een dag school en huiswerk maken zorgt sporten voor ontspanning. Het sporten zorgt ook voor een betere nachtrust.
Tip 8
Laat je puber de dag beginnen met een stevig ontbijt met brood of graanproducten. Hierdoor komt de spijsvertering goed op gang. Door de dag te beginnen met een goed ontbijt krijg je ook minder zin in tussendoortjes.
Tip 9
Kies samen met je puber voor vezelrijke producten als tussendoortje, zoals groente of fruit. Dit zorgt voor een verzadigd gevoel. Te veel tussendoortjes zorgen er voor dat je geen zin hebt in een maaltijd. Of dat je te dik wordt. Het algemene advies is om maximaal vier tussendoortjes per dag te eten.
Oudegracht 162
1811 CN
Alkmaar
Telefoon (072) - 844 09 10
E-mail info@kop-zorg.nl
Openingstijden
maandag t/m vrijdag van 08:30 tot 17:00